Afgelopen maandag is de Voedselbank Hoeksche Waard opnieuw geconfronteerd met
een gepleegde inbraak. Voorraden werden doorzocht en verjaardagsdozen voor kinderen
zijn opengemaakt. Ook bij Stichting Ondersteuning Sovata is ingebroken, waarbij
spaargeld is meegenomen. Dit raakt niet alleen de organisaties, maar vooral de mensen
die afhankelijk zijn van deze hulp.
De ChristenUnie vindt dit onacceptabel en heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college.
Deze maatschappelijke organisaties horen een veilige plek te zijn voor vrijwilligers en bovenal voor de kwetsbare mensen die hier op steun rekenen. Christen Unie spreekt haar diepe waardering en solidariteit uit richting de
Voedselbank Hoeksche Waard, Stichting Ondersteuning Sovata en alle vrijwilligers die
zich, vaak in stilte, inzetten.
Tegelijkertijd roepen deze herhaalde inbraken vragen op aan het college over veiligheid,
preventie en de verantwoordelijkheid van de gemeente aan maatschappelijke
organisaties. Het is immers niet de eerste keer dat de Voedselbank doelwit is geweest,
wat deze gebeurtenis extra zorgelijk maakt. Juist omdat deze organisaties een
belangrijke maatschappelijke voorziening zijn voor kwetsbare mensen, heeft de
gemeente een verantwoordelijkheid om bij te dragen aan hun veiligheid en continuïteit.
De ChristenUnie stelt daarom de volgende schriftelijke vragen aan het college:
- Welke concrete en structurele maatregelen neemt de gemeente Hoeksche
Waard om maatschappelijke organisaties met een sociale functie, zoals de
Voedselbank, beter te beschermen tegen inbraken? - Is het college ermee bekend dat dit niet de eerste inbraak bij de voedselbank
betreft? - Zijn de daders van eerdere inbraken bij de Voedselbank opgespoord en zo ja, wat
kan het college hierover delen? - In hoeverre zijn er momenteel preventieve maatregelen tegen inbraak aanwezig
en ziet het college aanleiding om, in overleg met de Voedselbank, bij te dragen
aan aanvullende beveiligingsmaatregelen?
Juist in de kerstperiode raken inbraken bij maatschappelijke organisaties extra diep. De
aangerichte vernielingen en schade ondermijnen niet alleen de veiligheid, maar tasten
ook het gevoel van bescherming en vertrouwen aan. Omzien naar elkaar is een
kernwaarde en juist organisaties die zich inzetten voor het algemeen belang verdienen
bescherming, geen schade.