De luchtvaart heeft het niet makkelijk. Eigenlijk moet het stiller, schoner en goedkoper worden om de boel in de lucht te houden. Gelukkig werken NASA en Boeing aan een doorbraak die dat allemaal mogelijk maakt. Het antwoord: nieuwe vleugels die langer en dunner zijn.
Het idee daarachter is niet eens zo heel ingewikkeld. Hoe langer en dunner een vleugel, hoe efficiënter hij door de lucht snijdt. Een plattere vleugel betekent nu eenmaal minder luchtweerstand en dus ook minder brandstofverbruik.
Volgens experts is het effect hiervan best groot. In theorie kunnen dit soort vleugels het brandstofverbruik per vlucht merkbaar verlagen. Dat betekent lagere kosten voor luchtvaartmaatschappijen en minder CO₂-uitstoot, maar ook meer bereik met dezelfde hoeveelheid brandstof.
Flinke uitdaging
Dat zijn al meer dan genoeg redenen om serieus werk te maken van deze doorbraak, maar er zijn nog meer voordelen. Ook op het gebied van comfort zijn de gevolgen van dunnere vleugels positief. Zo zijn er in theorie minder turbulentie-reacties en vloeiendere luchtstromen, met als resultaat een rustigere vlucht. Ook het geluidsniveau kan dalen, omdat de vleugels efficiënter met lucht omgaan.
Als je dit zo leest, zou je denken: laten we dit meteen gaan doen. Helaas is het, zoals je waarschijnlijk al had verwacht, niet zo simpel. Het dunner maken van vliegtuigvleugels brengt namelijk nogal wat uitdagingen met zich mee. Zo zijn dunnere vleugels flexibeler, gevoeliger voor trillingen en moeilijker te controleren bij turbulentie. Daardoor loop je het risico dat ze te veel gaan buigen of trillen. En dat wil je niet.
De slimme oplossing
NASA en Boeing zijn nu dan ook vooral op zoek naar een manier om deze problemen op te lossen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de vorm van de vleugel, maar vooral naar actieve besturing. In speciale windtunnels worden schaalmodellen uitgerust met meerdere beweegbare oppervlakken die de vleugel in realtime stabiliseren.
© NASAEen kijkje in de windtunnel
Je voorkomt hiermee dus niet dat de nadelen van dunne vleugels überhaupt optreden, maar wel dat je ze kunt opvangen. Niet passief, maar adaptief. De vleugels kunnen als het ware zelf ingrijpen wanneer dat nodig is. En precies dát maakt deze ontwerpen nu pas haalbaar.
Voorlopig nog niet op Schiphol
Er lijkt dus een mogelijkheid te zijn om dunnere vleugels realiteit te maken, maar het duurt nog wel even voordat we dit op Schiphol gaan zien. Voorlopig blijft het namelijk bij testen in windtunnels en simulaties. Dit soort onderzoek is echter typisch het voorwerk voor vliegtuigen die over tien tot twintig jaar op de markt komen.
Lees meer over vliegen en download de Bright-app.