
De meeste broeken zijn vandaag afgestemd op mensen met een gemiddelde lichaamslengte. Voor vrouwen gaat het daarbij meestal om een lengte tussen 1,68 en 1,70 meter. Dat betekent dat iedereen die kleiner of groter is dan dat gemiddelde, sneller uit de boot valt. Het resultaat is herkenbaar: broeken die net iets te lang zijn, of net niet lang genoeg. Dat meldt VRTNWS.
Waarom het probleem zo vaak terugkomt
Radio 2-luisteraar Veerle is 1,60 meter groot en herkent die frustratie maar al te goed. Bijna elke broek die ze koopt, blijkt te lang. Inkorten is voor haar geen uitzondering, maar de regel. Dat kost haar niet alleen tijd, maar ook telkens extra geld. Ze stelt zich dan ook een vraag die veel mensen bezighoudt: waarom zijn broeken zo vaak te lang?
Volgens Ann Collier, verbonden aan het IVOC, het opleidingscentrum voor de Belgische mode- en confectiesector, werken modemerken met standaard-lichaamsmaten. Dat zegt ze in het Radio 2-programma ‘Win Win’. Om een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken, ontwikkelen ze patronen en pasvormen op basis van een gemiddeld model binnen die doelgroep. Dat model bepaalt uiteindelijk hoe lang een broek wordt.
De logica achter de gemiddelde maat
Bij het ontwerpen van broeken kijken producenten eerst naar de gemiddelde beenlengte. Daar voegen ze bewust een kleine marge bovenop toe, zodat ook grotere mensen de broek kunnen dragen. “Voor vrouwen richten producenten zich bijvoorbeeld meestal op 1,68 à 1,70 meter totale lichaamslengte,” legt Collier uit.
Die keuze is volgens haar logisch. Een langere broek kan altijd ingekort worden, maar een te korte broek kan niet aangepast worden voor iemand met een gemiddelde of grotere lengte. Door broeken iets langer te maken, kunnen ze door meer mensen gedragen worden en stijgt de verkoopkans.
Lees ook: De broek die ooit verguisd werd, is nu opnieuw een trend
Productiekosten spelen mee
Naast pasvorm speelt ook efficiëntie een grote rol. Broeken die één voor één op maat gesneden worden, zijn veel duurder om te produceren dan broeken die in grotere reeksen worden gemaakt. “Het gaat sneller en het kost dus minder geld om een hele reeks van dezelfde maat te maken,” zegt Collier. Massaproductie blijft voor producenten de goedkoopste en meest rendabele optie.
Dat verklaart waarom er in veel collecties weinig variatie zit in beenlengtes, zeker buiten gespecialiseerde lijnen.
Waarom jeans een uitzondering vormen
Bij jeans ligt dat anders. Omdat jeans wereldwijd zo populair zijn, loont het voor fabrikanten om meer varianten aan te bieden. Daardoor kan je bij jeans vaak kiezen uit verschillende lengtes en breedtes, naast diverse pasvormen zoals slim fit, regular fit en straight fit.
Daarnaast houden jeansmerken steeds vaker rekening met verschillende lichaamsvormen. Zo bestaan er vandaag ook modellen die aangepast zijn aan de vorm van de billen, zoals slight curve, demi curve en bold curve. Die extra keuzes maken het voor veel mensen makkelijker om een broek te vinden die beter past.
Voor wie kleiner of groter is dan gemiddeld, blijft het probleem dus deels bestaan. Maar wie begrijpt waarom broeken zo worden gemaakt, weet alvast dat het niet aan zijn lichaam ligt. Het is vooral het gevolg van een systeem dat ontworpen is rond het gemiddelde.