
We schreven over het record van Renault: met een kleine auto (die nooit de openbare weg op zou mogen) reden ze een record met een absurd laag verbruik. Om dat werkelijkheid te laten worden zijn nieuwe regels nodig. En die komen er aan.
Met de introductie van de nieuwe M1E-categorie wordt er eindelijk een streep getrokken in het zand tegen de ‘SUV-ificatie’. Het doel? Kleine, betaalbare elektrische auto’s aantrekkelijk maken voor fabrikanten en consumenten.
Wat zijn die M1E-spelregels precies?
De M1E-categorie is een speciale subklasse binnen de normale personenauto (M1). Om in dit hokje te passen, moet een auto aan een paar strikte voorwaarden voldoen:
- Maximale lengte: De auto mag niet langer zijn dan 4,20 meter.
- Aandrijving: Alleen volledig elektrische auto’s komen in aanmerking.
- Herkomst: De auto moet in de Europese Unie geproduceerd worden.
De grote ‘wortel’ die Brussel de fabrikanten voorhoudt, zijn de zogenaamde super credits. Voor elke verkochte M1E-auto mag een fabrikant 1,3 auto’s rekenen in hun vlootgemiddelde voor de CO2-uitstoot. Dat klinkt als technisch geneuzel, maar het is voor merken als Volkswagen en Renault goud waard om enorme boetes te voorkomen.
Is 4,20 meter de nieuwe ‘sweet spot’?
Je zou kunnen zeggen dat 4,20 meter nog best fors is. Een Japanse Kei-car is met zijn 3,40 meter een stuk korter, maar die zijn voor de gemiddelde Europeaan vaak net iets te veel ‘novelty car’. Met 4,20 meter passen auto’s zoals de nieuwe Renault 5 (3,92 m) en de komende Volkswagen ID.2 (ongeveer 4 m) er perfect in.
Toch heb ik een lichte kanttekening: met 4 meter had de EU écht een statement gemaakt. Nu vallen ook net-niet-kleine auto’s nog in de prijzen. Maar goed, het is een begin om de trend van alsmaar grotere en zwaardere bakken te doorbreken.
Dit artikel is exclusief voor Bright++ leden. Profiteer van onbeperkte toegang tot alle Bright++ artikelen, achtergrondverhalen en analyses. Geen advertenties, geen beperkingen.
Al lid?Log in op je account