Angsten
Ondanks de humor kampt Richard al zijn hele leven met een diepe doodsangst. Richard: “Ik heb er mijn hele leven al last van. Nachtmerries over de dood. Tegelijkertijd koester ik een fascinatie voor de dood en ga ik alle oude kerkhoven af. Diep vanbinnen denk ik dat als mijn ouders er niet meer zijn mijn angst weg is. Dan hebben zij het voorgedaan en vind ik meer rust. Een groot deel van de angst is dat mijn ouders mij zullen overleven. Dat vreselijke gegeven heb ik meegemaakt in mijn omgeving. Twintig jaar geleden deed ik met onder anderen Frédérique Huydts mee aan Wie is de Mol?. We waren close, zij, ik en de andere deelnemers uit dat jaar. Frédérique overleed nog tijdens de uitzendperiode en de impact die het had op haar ouders ben ik nooit vergeten. We dromen allemaal van een prachtige dood op hoge leeftijd. Zoals Viola Holt; na een goeie dag lekker wegzakken in je whisky. Ergens vind ik mijn doodsangst ook gek. Ik werk met terminale mensen op de afdeling oncologie van het ziekenhuis (Richard doet eens per maand vrijwilligerswerk voor het Erasmus MC, red.) en daar kan ik met elke patiënt goed over de dood praten. Maar zelf kan ik malen of ik gecremeerd of begraven wil worden. Ik ga niet die oven in, hoor. Stop mij gewikkeld in een lap in de aarde.”
Fred staat er heel anders in; voor hem hoeft de dood niet sober te zijn. Fred: “Tieft op. Ik ga jou niet in een lap stoppen.”
Richard: “Gewoon in goedkoop katoen de grond in. Of zie je liever dat ik kies voor een mooie lap van Lacroix?”
Fred: “Ik ben niet bang voor de dood. Ik houd van de echte emoties die ermee gepaard gaan. Ik heb laatst nog de hele uitvaart van koningin Elizabeth II terug zitten kijken. Vijfenhalf uur rauwe, pure emotie. Mijn uitvaart moet groots en meeslepend zijn. Doodgaan is je laatste feessie.”
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F12%2FMYaGIpm8TMFaEa1766998237.jpg)
Zelfs over het lot van hun lichaam na de dood wordt – op typische Fred & Ries-wijze – gediscussieerd. Richard: “Feesten met grandeur doe ik liever bij leven, Fred. Het lichaam van een vriend van me is na zijn dood naar de wetenschap gegaan, ook een idee. Het zou toch lekker zijn als een groepje jonge studenten nog geïnteresseerd is in dit lijf. Het zou de eerste keer zijn.”
Fred: “Meteen ‘een groepje’ ook.”
Richard: “Ja. Ik denk dat als je in je eentje met een aardappelschilmesje bij me staat, je niet weet waar je moet beginnen.”
Fred (gierend): “Dit bedoel ik! Zo gaan de opnames van de podcast ook. Heerlijk. Het is mijn therapie.”
Isolement en steun
Toen Fred door een diep dal ging, zat Richard nog niet in zijn ‘inner circle’, maar hij zag wel wat er gebeurde. Richard: “Fred was voor mij, en voor veel anderen begreep ik later, niet bereikbaar. Ik maakte me enorm zorgen en had veel contact met zijn manager Conny. Ik weet nu: als Fred niet binnen een dag terug-appt, dan heeft hij geen goede dag. Op zo’n moment isoleert hij zich.”
Fred erkent dat hij zich op zulke momenten volledig afsluit, zelfs voor zijn beste vrienden. Fred: “Dat doe ik, ja. Zelfs voor mijn meest close vrienden.”
Richard heeft inmiddels geleerd hoe hij Fred het beste kan steunen: niet door te betuttelen, maar door er gewoon te zijn. Richard: “Als het gebeurt, laat ik hem. Toen we net begonnen met de podcast stuurde Fred me na een opnamedag een bericht: ‘Ik ga met een glimlach slapen en dat gebeurt niet zo vaak. Dank je wel.’ Dan hebben we het goed gedaan, dacht ik. Volgens mij moet je niet hele de tijd aan z’n been gaan hangen, roepend dat hij geen enge dingen moet doen.”
Fred: “Dat vind ik fijn aan jou, Ries. We kunnen erover praten, niet zielig, en hij ziet het aan de stand van mijn ogen als ik geen goede dag heb. Dan maakt hij één opmerking: ‘Niet in je polsen gaan zitten krassen waar ik bij ben. Daar heb ik geen zin in.’ Daarmee breekt hij het open. Heel veel mensen gaan je juist sparen, koetsiekoetsie, lief doen. Dat heb ik niet nodig.” Wijzend naar Richard: “Dát heb ik nodig. We nemen podcasts op en ik vertrek opgeladen naar huis. Hem bedankend voor het moment. Waarschijnlijk ligt Ries er helemaal van af, kapot van de energie die hij in me heeft gestoken.”
Richard (lachend): “Ik ben kapót als jij de deur uit stapt.”
Fred: “Kan me niks schelen. Ik voel me verlicht.”
‘Ik kan geen vijf mensen opnoemen in Neder land die zo goed kunnen praten als Fred’
De donkerte accepteren
Hoewel het professioneel gezien fantastisch gaat met Fred, blijft de donkerte op de loer liggen. Fred: “Het leven is succesvol nu. De podcast, de theatershow, mijn boek dat goed gaat, de commerciële dingen, de programma’s. Alles gaat hartstikke goed. Dat was eerder ook zo, maar ik voelde het niet. Er was lange tijd een luik dicht bij me. Het is nog steeds zo dat als ik speel ik gelukkig ben. Als ik niet speel, ben ik net zo depressief als anders. Dat zal altijd blijven, ik heb geaccepteerd dat het zo is. We moeten stoppen met zeggen dat het goed komt, want soms komt het niet goed. Niet alles is maakbaar, al wil je nog zo graag. Ik heb handvatten gekregen van de psycholoog om ermee om te gaan. Ik heb alles geprobeerd en met iedereen geluld. Deze week sta ik een paar avonden in het theater. Vandaag hebben we dit interview en de fotoshoot – vind ik ook leuk. Morgen nog een speelavond. Donderdag niet, dan zak ik terug in de donkerte, dat weet ik. Ik heb het mijn hele leven en het zal niet anders worden. Ik weet dat ik terugval, dat weten mijn vrienden en ze weten hoe ze daar mee om moeten gaan.”
De omgeving van Fred weet inmiddels hoe ze met die terugval om moeten gaan: zoals Richard dat doet. Fred: “Zoals Richard doet.”
Richard: “Het niet willen oplossen. Op momenten waarop je samen bent de scherpe kantjes eraf halen, het leuk hebben. Fred zegt vaak dat zijn leven zijn werk is.”
Freds werk is zijn levensader, en Richard vraagt zich soms hardop af wat er gebeurt als dat wegvalt. Fred: “De verlenging van mijn theatershow biedt perspectief, een toekomst.”
Richard: “Wat doe je als het werk ophoudt?”
Fred: “Dan houdt het op.”
Richard: “Jij zou een heel ingewikkelde bejaarde zijn.”
Fred: “Dat gaat niet gebeuren. Mijn goede vriend Michael was er bij toen ik de verkeerde keuze maakte en…”
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F12%2Ff8H9sfCQNhu6do1766998251.jpg)
Openheid over zelfmoordpoging
Fred spreekt openhartig over zijn zelfmoordpoging, die hij vaak omschrijft als een ‘verkeerde keuze’, vooral vanwege de impact op zijn goede vriend Michael. Richard: “Vind je het moeilijk om te bewoorden wat je hebt gedaan? Ik hoor het je vaker zeggen op deze manier, ‘verkeerde keuze’.”
Fred: “Ik heb er geen moeite mee om te zeggen dat ik zelfmoord heb geprobeerd te plegen en dat ik het meerdere keren heb geprobeerd. Ik noem het ‘verkeerde keuze’ omdat Michael er een van de keren bij was. Dat kun je je beste vriend niet aan doen en ik heb dat wel gedaan. Ik ben volledig voorbijgegaan aan dat stuk. Ik zat zo diep, de ziekte had zo de overhand, dat ik geen seconde dacht aan het verdriet van de mensen die ik liefheb. Dat gegeven vind ik ontzettend pijnlijk.” Nadenkend: “Je mag in het leven alles beslissen, maar niet wanneer je wilt dat het stopt. Als je wilt stoppen met leven, dan kan dat niet op een humane manier en dat vind ik zwaar. In het theater praat ik erover en zie ik mensen elkaars hand vastpakken. Iedereen kent wel iemand die depressief is. Dat is echt aan de hand. Ik heb lang gehad dat ik niet nieuwsgierig was naar morgen. In een onderzoek las ik dat als je heel diep zit, acht minuten praten met een ander je al uit die heel diepe depressie kunnen halen.”
Zelfs in die zwaarte weten ze de luchtigheid te vinden. Richard: “Acht minuten? Da’s langer dan mijn seksleven!”
Fred (gierend): “Bij mij ook kan ik je vertellen. Mijn seksleven, zo hé, wat een droge hooischuur is dat.”
‘Ik bid weleens tot God: ‘Geef me alsjeblieft een paar labiele vrienden’ (…) Ik ben altijd degene die hulp nodig heeft’
Gelijkwaardigheid
Op de vraag of hun vriendschap wel gelijkwaardig is, heeft Richard direct een grappig antwoord klaar. Richard: “Totaal niet. Het is een grote uitputtingsslag. Waarschijnlijk moet ik later in therapie hiervoor.” Tegen Fred: “Nee hoor, schat. Jij geeft mij ook een goed gevoel. Ik krijg net zo goed energie van jou.”
Fred hoopt echter dat hij op een dag iets terug kan doen. Fred: “Ik bid weleens tot God: geef me alsjeblieft een paar labiele vrienden. Ik gun dit niemand, maar ík ben altijd degene die hulp nodig heeft. Dus Richard, als jij een keer griep hebt, bel me alsjeblieft. Dan kom ik voor je zorgen.”
Verder lezen? Je leest het hele interview in de nieuwste Nouveau, vanaf 31 december in de winkel of te bestellen via tijdschrift.land.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F12%2F19kcZuYPOvRK7A1766998364.jpg)