
Regie: Noah Baumbach | Scenario: Noah Baumbach, Emily Mortimer Cast:George Clooney (Jay Kelly), Adam Sandler (Ron Sukenick), Laura Dern (Liz), Billy Crudup (Timothy), Jim Broadbent (Peter Schneider), e.a. | Speelduur: 132 minuten | Jaar: 2025
In Jay Kelly blikt een steracteur terug op zijn leven. Terwijl hij zich klaarmaakt om een oeuvreprijs in ontvangst te nemen op een Toscaans filmfestival, kruist het verleden meermaals zijn pad. Soms letterlijk, soms in de vorm van herinneringen en soms als bijna filmnoir-achtige overpeinzingen. De film poogt zo een creatieve mozaïekvertelling te zijn, maar het resultaat voelt vooral besluiteloos.
Het plot is rommelig en de aanleiding voor Jays mijmeringen blijft onduidelijk. Is het het overlijden van een goede vriend? Zijn jongste dochter die gaat studeren? Of toch de confrontatie met de man wiens carrière hij ooit ‘stal’? Misschien drukken al die factoren tegelijk op hem, maar geen van deze lijntjes wordt echt zorgvuldig uitgewerkt, waardoor het lastig is om in het verhaal te komen of iets te voelen voor de personages.
Het helpt niet dat Jay Kelly niet erg sympathiek is. Hij heeft heel wat schepen moeten verbranden om zijn felbegeerde Hollywood-carrière te bemachtigen en te behouden. Zijn oudste dochter is volledig van hem vervreemd en hij naaide zijn beste vriend van de toneelschool zonder blikken of blozen bij een auditie. Wat dat betreft is het slim om George Clooney te casten: Hollywoods favoriete gentleman maakt het bijna onmogelijk écht een hekel aan hem te krijgen.
Jay Kelly, zowel de man als de film, probeert zich nadrukkelijk in de traditie van de gouden eeuw van Hollywood te nestelen. Kelly, het personage, lijkt geobsedeerd door de mannen met wie hij zich wil meten: “Gary Cooper, Cary Grant, Robert De Niro, Jay Kelly,” herhaalt hij als een soort mantra voor de spiegel. Ook de film knipoogt geregeld naar de grote klassiekers, via de styling en de noir-achtige mijmeringen van de protagonist.
De film is wat dat betreft een soort liefdesbrief aan Hollywood, maar dan een tamelijk pathetische. In een van de overdreven dialogen merkt Jay Kelly op dat al zijn herinneringen films zijn, waarna zijn bevriende regisseur antwoordt: “Dat is wat films voor ons zijn: stukjes tijd.” Ook wordt overmatig vaak benadrukt dat niets echt is, dat iedereen ‘een rol speelt’ of ‘niet zichzelf is’.
Noah Baumbach durft als regisseur en scenarist vaak zijn eigen plan te trekken. Films zoals Marriage Story en The Squid and the Whale bewijzen dat hij in staat is om verhalen te vertellen met oprechte emoties. Jay Kelly mist precies die integriteit, het sentiment ligt er te dik bovenop.
In de slotscène kijkt Kelly naar een montage van zijn rijke carrière. Het zijn fragmenten uit Clooneys échte oeuvre. Alsof hij met deze film afscheid neemt. Terwijl we Clooneys gezicht zien in het flakkerende licht van het scherm, zwelt de muziek aan en pinkt hij een traantje weg. Baumbach heeft nog net geen voice-over toegevoegd die het publiek oproept alvast de zakdoeken te pakken.
Toegegeven: de liefdesbrief is wonderschoon in beeld gebracht. Donkergroene cipressen steken prachtig af tegen de geeloranje huizen in het Toscaanse landschap. Een topshot toont donkere auto’s die met Kelly en zijn entourage door een leeg en ontwakend Parijs slingeren. En de openingsscène, die speelt met het contrast tussen de chaos van een filmset en de serene gestileerde rust van de uiteindelijke opname, is prachtig.
Maar diezelfde scène illustreert ook waar het misgaat. Aan de ene kant is Hollywood prachtig, aan de andere kant is het een lege huls, een illusie. Net als het leven van Jay Kelly: vol aandacht en kunst, maar uiteindelijk ook leeg. Niemand is bij hem uit vrije wil, iedereen is óf familie óf personeel. Die tegenstelling kan een interessant spanningsveld opleveren als je weet wat je wilt vertellen. Alleen lijkt Baumbach, net als Kelly, tot het einde toe niet goed te weten wat hij aan moet met die haat-liefdeverhouding.