
Regie: Clint Bentley | Scenario: Clint Bentley, Greg Kwedar| Cast: Joel Edgerton (Robert Grainier), Felicity Jones (Gladys Grainier), Will Patton (verteller), William H. Macy (Arn Peeples), Kerry Condon (Claire Thompson), e.a. Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2025
Zo af en toe komt er op Netflix een film voorbij die zich moeiteloos van de rest van het aanbod onderscheidt. De streamer was attent op de voorbije editie van het Sundance Film Festival en kocht Train Dreams, een bescheiden, maar diepgravend drama dat zich afspeelt in het Amerika van de vroege twintigste eeuw. Een buitenarbeider die meewerkt aan de constructie van een spoorbrug ondervindt hoe het idyllische natuurschoon van de noordwestelijke staten geleidelijk zijn glans verliest.
Regisseur Clint Bentley wijdt er geen geschiedenislessen aan, maar Train Dreams (naar een roman van Denis Johnson) speelt zich af in een tijd dat de Verenigde Staten ingrijpend veranderde. De introverte Robert Grainier is een van de vele seizoenarbeiders die tijdens en na de Eerste Wereldoorlog regelmatig huis en haard verlieten; niet om de wapens op te nemen, maar om zich dienstbaar te maken als houthakker of constructiewerker.
Vroeg in de film is Robert getuige van een genadeloze lynchpartij, die aansluit bij een van zijn sterkste jeugdherinneringen. Nadat hij zelf zijn beide ouders verloor – hoe weet hij ook niet precies – zag hij verbouwereerd toe hoe verschillende Chinese families zonder pardon werden geëvacueerd uit het plaatsje waar hij woonde. Ook de collega-arbeider die jaren later door drie man aan zijn benen wordt meegesleurd is van Chinese afkomst. En de spoorbrug die Robert meehielp te bouwen? Die werd op den duur vervangen door een brug met een sterkere fundering, die de oude automatisch overbodig maakte.
Bentley toont deze flarden van wreedheid en zinloosheid terloops, als verdrietige menselijke excessen die de hoofdpersoon alleen met stille verbazing kan aanzien. Tegelijk maakt de overkoepelende voice-over van acteur Will Patton (die ook het oorspronkelijke audioboek insprak) de gebeurtenissen en Roberts emoties concreet, voorzichtig zoekend naar de zin van dit alles. Als de arbeider de levenslustige Gladys (weer eens een prettige hoofdrol van Felicity Jones) ontmoet, nadert het drama ook zijn aangrijpende kern.
De harmonieuze wijze waarop Bentley en zijn cameraman Adolpho Veloso (eerder verantwoordelijk voor een van de betere recente openingsfilms van het IFFR, Mosquito) de liefde tussen Robert en Gladys verbeelden, doet onwillekeurig denken aan het werk van Terrence Malick. De zielsverwanten liggend in het gras, terwijl pianospel en strijkers continu naar een crescendo blijven toewerken en de zon door de wolken breekt; als liefhebber kun je je zo in To the Wonder wanen.
Als meditatie op verlies, lijden en (on)schuld is Train Dreams een stuk gelaagder dan de bedrieglijk overzichtelijke opbouw van het drama doet vermoeden. Anderzijds is die toegankelijkheid van de beelden en woorden ook een charme van de film. Zo zorgt een fijne bijrol van de inmiddels vijfenzeventigjarige William H. Macy (“zijn nuttigheid was incidenteel, maar specifiek”) voor een goede glimlach en maken zelfs de ontstellende voorbeelden van xenofobie en racisme de toon nooit té zwaarmoedig.
Train Dreams is qua toon en benadering aardig te vergelijken met Jeff Nichols’ Loving, niet toevallig een romantisch drama waarin Edgerton eveneens de hoofdrol speelde. Ook toen was de Australiër er al buitengewoon goed in grote emoties ingetogen te vertolken. Een van de grootste verschillen tussen de films is nog dat Loving de (Nederlandse) bioscopen niét oversloeg, waar we het bij Train Dreams toch echt met onze eigen televisies moeten doen. En dat is bij het aanschouwen van al die natuurpracht oprecht zonde.
Train Dreams is te zien bij Netflix.