
Regie: Jared Bush, Byron Howard | Scenario: Jared Bush | Cast (stemmen): Ginnifer Goodwin (Judy), Jason Bateman (Nick), Ke Huy Quan (Gary), Fortune Feimster (Nibbles), Idris Elba (Bogo), Andy Samberg (Pawbert), e.a. | Speelduur: 108 minuten | Jaar: 2025
Sinds Zootropolis (2016) ligt maar één vraag op ieders lippen: “krijgen ze wat of niet?” Deel twee suggereert overduidelijk dat het overenthousiaste konijn Judy en de sarcastische vos Nick meer dan alleen vrienden zijn, hoe vreemd dat biologisch gezien ook is. Wie dacht dat Disney nooit de kant van intersoortelijke liefde op zou bewegen, heeft het mis. Het blijkt prima mogelijk in de wereld van de harige personages die Disneys meest diverse dierenstad bevolken.
Hoewel, over diversiteit gesproken: bepaalde diersoorten waren onopvallend afwezig in het eerste deel. Zootropolis werd oorspronkelijk uitsluitend bevolkt door pratende zóógdieren. Nu het nieuwbakken agentenduo Nick en Judy zich opnieuw belast met het oplossen van een mysterie dat de stad in zijn greep houdt, doen voor het eerst koudbloedigen hun intrede. Niet alleen meelwormen, garnalen en vissen die doodleuk als voedsel dienen, maar ook enkele antropomorfe reptielen, met de stemmen van Ke Huy Quan en Danny Trejo.
Zijn geschubde vier- en nulvoeters de vijand van de ‘gewone’ bevolking of worden ze verkeerd begrepen? Daarom draait het in Zootropolis 2. De parallel met vraagstukken over racisme en discriminatie in de echte wereld ligt er opnieuw dik bovenop. Het thema lijkt sterk op dat van het eerste deel, maar een paar moralistische lessen kunnen in een film voor alle leeftijden geen kwaad. Zeker niet in zo’n vermakelijke en visueel aantrekkelijke verpakking.
De stad die uit verschillende, soms verborgen biotopen bestaat, is opnieuw heerlijk kleurrijk en sfeervol weergegeven. De bewoners komen prachtig tot leven in het beste dat 3D-computeranimatie momenteel te bieden heeft. De gezichtsuitdrukkingen, bewegingen en subtiele maniertjes van het konijn, de vos, de slang, de kameleon en al die andere dieren verraden een persoonlijkheid en diepte waar menig menselijk acteur jaloers op mag zijn.
Het stemmenwerk is weer in vakkundige handen. Ginnifer Goodwin en Jason Bateman zijn perfect op elkaar afgestemd als het centrale koppel. Hun scherpe, komische dialogen vormen het hart van de film, maar er zijn gelukkig genoeg andere (oude) bekenden die de stemmencast aanvullen.
Idris Elba keert terug als de briesende buffelcommissaris, Maurice LaMarche als maffiamuis Mr. Big en Raymond S. Persi als de luiaard Flash, die een ware snelheidsduivel blijkt te zijn (zie ook de slotscène van de eerste film). Jenny Slate kruipt weer op hilarische wijze in haar wollige bijrol als locoburgemeester.
Maar er wordt niet alleen gelachen in Zootropolis 2. Naast de serieuze maatschappelijke thema’s, vrijwel identiek aan die uit het eerste deel (sociale uitsluiting, machtsmisbruik en de invloed van de media), worden Judy en Nick nu nog nadrukkelijker gedwongen om in de spiegel kijken. En wat zij daar zien, bevalt ze niet altijd. Deze film bevat gevoelige scènes waarin persoonlijke groei en psychologisch (zelf)inzicht zo worden uitgewerkt dat ze voor jong en oud begrijpelijk en invoelbaar zijn. De lat ligt nog hoger dan in het origineel.
Sequels zijn vaak groter, sneller en explosiever dan hun voorganger, wat niet altijd in hun voordeel werkt. Zootropolis 2 had hier en daar wat minder hysterisch gemogen. De grapdichtheid is enorm hoog en niet elke komische noot is even zuiver. Soms word je wat murw van al die faunagerichte woordspelingen en doldwaze achtervolgingen. Vooral de finale is te lang uitgesponnen; er lijkt geen einde te komen aan de (niet altijd even) verrassende plotwendingen en opeenvolgende climaxen. Overdaad schaadt soms.
Maar gelukkig valt die schade in het niet bij het plezier dat het nieuwe avontuur van Judy en Nick biedt. Er zijn nieuwe diersoorten, oude favorieten, hilarische en gevoelige momenten en een boodschap die gerust nog eens herhaald mag worden. En natuurlijk rest die prangende kwestie van de vos en dat konijn.