
De naam pepparkakor betekent letterlijk ‘peperkoekjes’, maar behalve een subtiel vleugje zwarte peper krijg je vooral een heerlijk aroma van kaneel, gember, kardemom en kruidnagel. ‘Kerstiger’ kan het haast niet!
Wat pepparkakor zo leuk maakt? Het is niet alleen de smaak, maar ook het bakritueel: deeg maken, een nacht laten rusten, uitrollen, vormpjes uitsteken en dan de keuken vullen met een heerlijke geur. Het is de ideale vakantieactiviteit.
Daarom delen we voor jou hier het populaire recept van de Zweedse winkelketen ICA. Dit is de échte, Zweedse versie. Je maakt er ongeveer 40 à 50 koekjes mee.
Dit heb je nodig
1 dl slagroom
1 dl siroop of honing
140 g suiker
1 el kaneel
0,5 el kardemom
0,5 el gemberpoeder
0,5 el gemalen kruidnagel
125 g boter
400 g bloem
1 tl bicarbonaat
Zo doe je het
Meng de room, de siroop en de suiker in een steelpan. Voeg de kruiden toe en breng aan de kook. Neem de steelpan van het vuur en voeg de boter in stukjes toe. Laat hem smelten en meng hem onder het kruidenmengsel.
Meng in een grote kom de bloem en het bicarbonaat. Voeg het warme kruidenmengsel toe en meng tot een deeg. Wikkel het deeg in folie en laat het minstens 1 dag in de koelkast rusten.
Neem het deeg uit de koelkast. Rol het dun uit en steek koekjes uit met vormpjes. Bak ze 6-8 minuten op 175 graden.
Tips
Heb je nog twijfels over hoe je exact te werk gaat? In deze video kan je het stap voor stap bekijken. Ook leuk om te weten: je kan het deeg wel een week in de koelkast bewaren. Je kan het zelfs invriezen. Zo heb je altijd wat deeg klaar om te bakken!
Pepparkakor worden vaak versierd met glazuur, maar dat is absoluut niet nodig. Ook zonder zijn ze erg feestelijk.