Eerste Kerstdag voelt logisch: de geboorte van Jezus, het grote diner, de kerkdienst. Maar die tweede dag voelt voor velen vooral als een prettige ‘uitloopdag’. Toch is het geen moderne luxe om het weekend kunstmatig te verlengen. De oorsprong gaat veel verder terug, naar een tijd waarin kerst er heel anders uitzag.
Van twaalf dagen feesten…
Houd je vast: vroeger duurde de kerstperiode geen twee dagen, maar twaalf! Dit stamt nog uit de tijd van de oude Germaanse winterfeesten (het Joelfeest). Midden in de donkere winter werd er dagenlang gevierd met licht, veel eten en samenzijn om de boze geesten te verdrijven en de terugkeer van de zon te vieren.
Toen het christendom zijn intrede deed, werd dit feest omgevormd tot Kerstmis. Maar die traditie van langdurig feesten? Die zat er bij onze voorouders goed ingebakken.
…naar ‘slechts’ twee
Twaalf dagen vrij en feesten klinkt als een droom (of als een nachtmerrie voor de gastvrouw), maar uiteindelijk werd het toch wat te gortig. In 1773 werd er officieel ingegrepen.
Derde en Vierde Kerstdag – ja, die bestonden echt! – werden afgeschaft. De reden was puur praktisch en economisch: mensen moesten weer aan het werk en de zondagsrust moest in ere worden gehouden. Maar de Tweede Kerstdag? Die overleefde de bezuinigingsronde en bleef een officiële feestdag.
Sint Stefanus
Dat we die tweede dag hielden, is niet alleen omdat we zo van leftovers houden. In de christelijke traditie is 26 december namelijk de dag van Sint Stefanus, de eerste christelijke martelaar. In de Rooms-Katholieke kerk (en in veel andere Noord-Europese landen) is deze dag aan hem gewijd. Het is dus van oudsher wel degelijk een dag met een serieuze lading.
Boxing Day
Kijken we naar onze Britse buren – dol als we zijn op hun tradities – dan zien we daar Boxing Day. Hoewel het op dezelfde datum valt, is de insteek anders. Vroeger kregen bedienden op deze dag vrij en ontvingen ze een ‘Christmas Box’ met cadeaus, geld of etensresten van hun werkgevers om met hun eigen familie te delen. Tegenwoordig staat de dag in Engeland vooral in het teken van uitverkoop (shoppen!) en sport, zoals paardenraces en voetbal.
Onze bonusdag
In Nederland is Tweede Kerstdag inmiddels vooral een dag van ‘mogen’ in plaats van ‘moeten’. Het is de dag voor een bezoek aan de schoonfamilie, een wandeling in het bos, of – laten we eerlijk zijn – een bezoek aan de woonboulevard.
Maar hoe je het ook invult: het is een stukje cultureel erfgoed waar we best zuinig op mogen zijn. Want zeg nou zelf: na alle drukte van de 25ste is zo’n extra dag om even bij te komen toch een pure weldaad?