
De antitrackingfunctie die Apple een aantal jaar geleden introduceerde, is een zegen voor de privacy van iPhone-gebruikers. Toch is niet iedereen er blij mee. Apple zou hiermee namelijk ook een oneerlijk voordeel voor zichzelf creëren. In Italië heeft dat nu geleid tot een fikse prent.
De Italiaanse markttoezichthouder AGCM heeft Apple een boete van 98,6 miljoen euro opgelegd wegens misbruik van marktmacht. Volgens de waakhond is App Tracking Transparency (ATT) oneerlijk tegenover derde-partijontwikkelaars en schendt Apple hiermee artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Volgens Apple is ATT puur en alleen bedoeld om gebruikers meer controle te geven over hun data. Dat is een belangrijk speerpunt voor het bedrijf en daarom verwacht Reuters dat Apple in beroep zal gaan tegen deze beslissing.
ATT onder de loep
De zaak draait dus om App Tracking Transparency (ATT), de functie die Apple in 2021 invoerde in iOS. Apps moeten sindsdien expliciet toestemming vragen voordat ze gebruikers mogen volgen voor advertentiedoeleinden. Doen ze dat niet, dan krijgen ze geen toegang tot belangrijke trackingdata.
Deze ATT-melding voldoet volgens de AGCM echter niet aan de Europese privacywetgeving. Het gevolg is dat ontwikkelaars naast de ATT-melding ook binnen de app nog een keer toestemming voor tracking moeten vragen. Dat zorgt voor extra frictie: hoe meer pop-ups, hoe groter de kans dat gebruikers ‘nee’ klikken.
Apple’s eigen diensten zouden die extra stap niet nodig hebben, wat Apple volgens Italië een oneerlijk concurrentievoordeel oplevert. Vooral voor bedrijven die afhankelijk zijn van advertentie-inkomsten is dat pijnlijk: minder tracking betekent minder gerichte advertenties en dus minder omzet.
Hoe ver mag je gaan in de naam van privacy?
Volgens de toezichthouder worden de voorwaarden eenzijdig opgelegd en zijn ze schadelijk voor de belangen van zakelijke partners. Daarnaast staan ze volgens AGCM niet in verhouding tot het bereiken van de privacydoelstellingen. Apple is het daar niet mee eens en noemt de boete onterecht. Het bedrijf stelt dat ATT puur is bedoeld om gebruikers meer controle te geven over hun data en dat de regels voor iedereen gelijk zijn.
Toch is dit niet de eerste keer dat Europese toezichthouders kritisch kijken naar Apple’s privacybeleid. In Frankrijk kreeg het bedrijf eerder al een boete om soortgelijke redenen, en ook Duitsland en Polen onderzoeken of ATT botst met Europese mededingingsregels.
EU richt haar pijlen op tech-giganten
Dat er nu opnieuw een zaak rond dit onderwerp speelt, laat zien hoe complex de balans is tussen privacybescherming en eerlijke concurrentie. Privacymaatregelen klinken nobel (en zijn dat vaak ook), maar kunnen tegelijk grote economische gevolgen hebben. Zeker als ze worden opgelegd door een bedrijf dat de volledige controle heeft over het platform.
Sinds de invoering van de Digital Markets Act heeft de EU in ieder geval meer middelen om hiernaar te kijken en waar nodig op te treden. Daar weet Apple alles van, maar ook andere grote techbedrijven merken dat ze steeds vaker onder een Europees vergrootglas liggen.