Waarom je glühwein nooit moet laten koken (en het geheim voor de beste smaak)

Het goede nieuws? Zelf glühwein maken is niet alleen sfeervoller, je hebt ook volledige controle over de ingrediënten. Zo maak je een variant die net zo lekker maar lichter, verfijnder en – durven we te zeggen – net iets verantwoorder is.

De basis: kies de juiste wijn

De verleiding is groot om de goedkoopste fles uit het rek te trekken, omdat je de smaak toch ‘verbloemt’ met specerijen. Toch raden wij dit af. Een slechte basiswijn zorgt voor een wrange nasmaak. Kies bij voorkeur voor een soepele, fruitige rode wijn met weinig tannines, zoals een Merlot of een Cabernet Sauvignon. Tannines kunnen door verhitting namelijk bitter worden.

Een cruciaal scheikundig feit om te onthouden: alcohol verdampt bij 78,37 graden Celsius. Als je de glühwein laat koken, verdwijnt niet alleen het alcoholpercentage, maar veranderen ook de smaakmoleculen van de wijn, wat een ‘gekookte’ smaak geeft. Een keukenthermometer is geen overbodige luxe, maar goed opletten dat de vloeistof alleen maar dampt en niet bubbelt, werkt meestal ook.

De kracht van specerijen

Wat glühwein onderscheidt van gewone warme wijn, zijn de specerijen. Deze smaakmakers doen meer dan alleen lekker ruiken; ze hebben interessante eigenschappen.

• Kaneel: Onmisbaar in dit recept. Kaneel bevat cinnamaldehyde, een stof die bekendstaat om zijn ontstekingsremmende eigenschappen. Volgens onderzoek heeft kaneel diverse antioxiderende werkingen.
• Kruidnagel: Dit specerij is rijk aan eugenol. Uit studies blijkt dat eugenol een sterke antioxidantwerking heeft, al moet je kruidnagel met mate gebruiken vanwege de overheersende smaak.
• Steranijs: Niet alleen prachtig om te zien in het glas, maar het geeft ook die diepe, dropachtige ondertoon die zo goed combineert met citrus.

Hét recept voor huisgemaakte glühwein

Dit recept is minder zoet dan de varianten op de kerstmarkt en focust op de puurheid van de specerijen.

Ingrediënten (voor 4-6 glazen):

• 1 fles soepele rode wijn (750 ml)
• 1 sinaasappel (biologisch, goed schoongeboend)
• 1 citroen (biologisch, optioneel voor extra frisheid)
• 2 kaneelstokjes
• 4 tot 6 kruidnagels
• 2 stuks steranijs
• Optioneel: 2 eetlepels honing, ahornsiroop of ruwe rietsuiker (naar smaak toevoegen)

Bereidingswijze:

1. Voorbereiden: Snijd de sinaasappel en de citroen in plakjes. Omdat je de schil laat meetrekken, is het belangrijk biologisch fruit te gebruiken om pesticiden in je drankje te voorkomen.
2. Verwarmen: Giet de rode wijn in een ruime pan met een dikke bodem. Zet het vuur op de laagste stand.
3. Infuseren: Voeg de schijfjes citrus, de kaneelstokjes, kruidnagels en steranijs toe.
4. Geduld: Laat de wijn langzaam warm worden. Zorg ervoor dat de wijn niet kookt (houd het onder de 70-75 graden). Laat de smaken minimaal 20 tot 30 minuten intrekken met de deksel op de pan. Hoe langer je het laat trekken op laag vuur, hoe intenser de smaak.
5. Zoeten: Proef de wijn. Vind je hem te zuur of te kruidig? Voeg dan pas de honing of suiker toe en roer tot dit is opgelost. Door dit pas op het eind te doen, voorkom je dat je ongemerkt te veel suiker gebruikt.
6. Serveren: Zeef de specerijen eruit (of schep ze voorzichtig weg) en schenk de glühwein in hittebestendige glazen. Garneer eventueel met een vers schijfje sinaasappel of een nieuw kaneelstokje.

Geniet!