:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2018%2F10%2Fmt_57e87c3f5b9fa467649426a3a090ffcd.jpg)
Dit is niet de woning waar om het gaat, maar een foto ter illustratie.
Foto: ANP
In 2025 komen er – als het laatste kwartaal hetzelfde verloopt als vorig jaar – 77.600 woningen bij, na 82.400 woningen uit 2024. De voorspelde bouwdip voor deze jaren is hiermee terug te zien in de cijfers. Maar er gloort hoop: door betere economische omstandigheden trekt de woningbouw de komende jaren vermoedelijk aan. Bovendien hebben steeds minder huurders een te hoge huur ten opzichte van hun inkomen.
Dat staat in een jaarlijks rapport van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Minder woningen in 2025 door bouwdip
In de eerste drie kwartalen van dit jaar kwamen er 54.100 woningen bij. Hiervan waren er 46.400 nieuwbouw. De overige 7700 woningen zijn het totaal van bijvoorbeeld opgesplitste huizen en kantoren die woningen werden. Sloop en woningen die op andere manieren verdwijnen, vallen daar ook onder.
„De verwachte bouwdip voor 2024 en 2025 heeft zich inderdaad voorgedaan”, luidt de conclusie. Het ministerie noemt een hoge rente en gestegen bouwkosten als oorzaken. „Inmiddels lijken de omstandigheden langzaam te verbeteren: de grote piek in bouwkosten en rente ligt achter ons.”
100.000 woningen per jaar
Volgend jaar en het jaar daarop wordt daarom een versnelling verwacht, waardoor het doel van 100.000 woningen per jaar in zicht moet komen. Lange tijd gold dat voor het kabinet als het jaarlijks te halen doel voor nieuwbouw, maar al jarenlang blijft de bouw van huizen ver achter. Ook in de politiek hebben veel partijen er een hard hoofd in, bleek in oktober tijdens het RTL-debat op tv.
Het garanderen van 100.000 nieuwe huizen is een ‘valse belofte’ die CDA, de VVD en GroenLinks-PvdA niet durven te maken. D66-leider Rob Jetten wilde wél die garantie geven. Wonen was hét thema van deze verkiezingen. Partijen zijn het erover eens dat er iets moet worden gedaan aan het nijpende woningtekort, maar verschillen van mening over de aanpak.
Demissionair woonminister Mona Keijzer stelt dat het rapport „benadrukt dat er werk aan de winkel blijft”. „We bouwen helaas nog niet het aantal woningen dat nodig is en de woningnood blijft groot”, zegt de BBB-bewindsvrouw. „Toch zijn de vooruitzichten beter. Zo hebben we nieuwe gebieden aangewezen voor grootschalige woningbouw, schrappen we regels en procedures om sneller te bouwen en realiseren we nieuwe woningen door bestaande gebouwen beter te benutten. Bovenal zie ik bij alle partijen – Rijk, overheden, corporaties, markt – de absolute wil om uit de woningnood te komen.”
Minder huurders hebben te hoge huur
Hoewel er dus minder woningen bijkwamen, was de huur wel beter te behappen voor huurders. Steeds minder huurders hebben een te hoge huur ten opzichte van het inkomen. Dat percentage daalde van 8 procent naar 5,6 procent. Dat komt onder meer door huurverlaging in 2023 en het stijgen van de cao-lonen en het minimumloon.
Huurders van een corporatiewoning zijn 30,1 procent van hun inkomen kwijt aan huur en bijkomende woonlasten, bij huurders in de vrije sector gaat het om 41 procent. Bij mensen met een koophuis steeg dit licht, naar 22,8 procent. Dat komt vooral door bijkomende woonlasten, zoals hogere energiekosten en lokale belastingen. De meeste Nederlanders zitten hiermee onder de Europese norm van 40 procent voor totale woonlasten.
Dit zijn de best gelezen artikelen van dit moment: