:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2019%2F06%2F00693ad0830c8e5f6ca7de56ca24b355.jpg)
Eindexamens, foto ter illustratie.
Foto: ANP
Dankzij soepelere examenregels slaagden middelbare scholieren tijdens de coronacrisis vaker voor hun eindexamen. Maar eenmaal in het mbo, hbo of op de universiteit kregen juist deze studenten vaker problemen. Ze vielen sneller uit of wisselden van studie.
Dat blijkt uit een nieuwe eindevaluatie van het Nationaal Programma Onderwijs, zo schrijft Trouw.
Onderwijs tijdens de coronacrisis
Tijdens de coronacrisis was het onderwijs voor veel scholieren allesbehalve normaal. Scholen gingen dicht, lessen waren online en leerlingen moesten grotendeels zelfstandig studeren. Om te voorkomen dat een hele lichting zou vastlopen, versoepelde de overheid de examenregels.
Zo kregen scholieren in de schooljaren 2020-2021 en 2021-2022 een extra herkansing en mochten ze één examencijfer wegstrepen. Dat zorgde ervoor dat meer leerlingen hun diploma haalden.
Slechtere prestaties na de middelbare school
Die coulance tijdens de coronacrisis had echter ook een keerzijde. Studenten die gebruikmaakten van de versoepelde examenregels, deden het in het vervolgonderwijs aantoonbaar slechter dan leeftijdsgenoten die zonder extra hulp waren geslaagd.
Volgens de evaluatie vallen zij vaker uit, ongeacht of ze doorstromen naar het mbo, hbo of de universiteit. Ook wisselen zij vaker van opleiding, wat regelmatig leidt tot studievertraging.
De conclusie in het rapport is helder: de examenmaatregelen hebben geleid tot extra uitval in het vervolgonderwijs.
Grote verschillen bij vwo’ers
De verschillen zijn goed zichtbaar bij vwo-leerlingen die in het schooljaar 2020-2021 slaagden. Van de leerlingen die hun diploma haalden dankzij de versoepelde regels, viel 8 procent binnen korte tijd uit op de universiteit. Daarnaast stapte 37 procent binnen twee jaar over naar een andere studie.
Bij vwo’ers die zonder hulp van de maatregelen tijdens de coronacrisis slaagden, lagen die cijfers een stuk lager. Daar viel 4 procent uit en wisselde 19 procent van opleiding.
Opvallend: zelfs scholieren die maar net slaagden, met een gemiddeld cijfer onder de zes, deden het in het vervolgonderwijs beter dan leerlingen die een extra herkansing nodig hadden of een examencijfer mochten wegstrepen.
Verlagen van de lat niet altijd gunstig
Volgens het ministerie van Onderwijs laat dit zien dat het verlagen van de lat niet altijd gunstig is. In de evaluatie staat dat studenten die dankzij de coronamaatregelen slaagden, hun vervolgopleiding begonnen met minder kennis en vaardigheden.
Daar kwam bij dat zij hun nieuwe studie startten in een periode waarin onderwijsinstellingen nog regelmatig te maken hadden met lockdowns en online onderwijs.
Lessen voor een volgende crisis
Het ministerie benadrukt dat deze ervaringen belangrijk zijn voor de toekomst. Een versoepeling in het ene deel van het onderwijs kan later problemen veroorzaken in een volgende fase. Ook waarschuwt het rapport opnieuw voor de gevolgen van langdurige sluiting van scholen, die tijdens corona leidden tot mentale klachten bij veel jongeren.
Positief is dat veel leerachterstanden inmiddels zijn ingehaald. Alleen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs blijven de prestaties nog achter, ondanks extra ondersteuning.
Dit zijn de best gelezen artikelen van dit moment: