:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F12%2FWhatsApp-Image-2025-12-18-at-18.23.29.jpeg)
Ahmed Abdallihi tijdens een van de 25 marathons.
Foto: via Ahmed Abdallihi
Meer dan vierduizend kilometer, waaronder 25 marathons. Dat is de afstand die de goedlachse Rotterdamse postbode Ahmed Abdillahi dit jaar aflegde. Het is véél meer dan hem lief was. Hij deed het echter voor een doel dat hem zo aan het hart gaat, dat opgeven nooit een optie was: om de armoede in Rotterdam onder de aandacht te brengen.
Mensen die op een stuk karton slapen, enveloppen met slecht nieuws en winkelwagentjes met dekens langs het water. De cijfers liegen er niet om: Rotterdam is een van de armste steden van Nederland. Meer dan 6 procent leeft onder de armoedegrens. Als postbode ziet Abdillahi met eigen ogen dat armoede in de Maasstad zienderogen groeit.
Abdillahi vluchtte als kind uit Somalië, waar een burgeroorlog woedde. Na omzwervingen in Duitsland en Friesland, belandde hij uiteindelijk in Rotterdam. Al zo’n vijftien jaar bezorgt hij daar de post. „Vooral na corona en de oorlog in Oekraïne zijn de kosten van levensonderhoud enorm gestegen. Tijdens mijn rondes viel het mij op dat er ineens veel dak- en thuisloze mensen waren. Heel veel mensen die onder bruggen sliepen”, legt hij uit aan Metro, die hem aan de vooravond van zijn laatste marathon sprak.
Lokale bekende
Zo ontstond het idee om 25 marathons in één jaar te lopen. Abdillahi omschrijft zichzelf als een „betrokken burger in Rotterdam”. „Mensen zeggen vaak tegen mij als grap: ‘Je bent een lokale bekende.’ Daarom dacht ik: ik heb een netwerk hier, ik ga mijn stem laten horen.”
Het idee om zo’n bizar aantal kilometers te lopen, komt niet helemaal uit de lucht vallen. „Al sinds de tijd voor corona ben ik redelijk fit. Ik heb een al een paar keer aan de marathon in Rotterdam meegedaan en ben gefinisht met mooie tijden. Dus ik was al een redelijk goede loper. Maar 25 marathonafstanden, dat is andere koek.”
Plan voor 25 marathons
Abdillahi vertelde zijn plan aan een kennis, die werkt bij de lokale krant De Havenloods. „Hij vond het een goed idee en heeft het gelijk online geplaatst. Binnen no time kreeg ik telefoontjes van Rijnmond en AD/Rotterdams Dagblad. Toen wist ik: shit, er is geen weg terug. Ik moet het gewoon waarmaken.”
Mensen om hem heen verklaarden hem voor gek. „Ze zeiden: ’Ahmed, weet je wel waar je aan begint? Je moet om de twee weken een marathonafstand lopen. Daarnaast moet je ook trainingskilometers maken, om jezelf een beetje fit te houden’.”
Heel even schoot door zijn hoofd: ‘Oh nee, wat heb ik nu gedaan?’ „Een kleine blessure kan al roet in het eten gooien. Maar ik wist: ik moet gewoon beginnen.”
In februari liep hij zijn eerste marathon. ‘Ik heb nog een lange weg te gaan’, constateerde hij. Maar dat de media er bovenop dook, gaf hem het duwtje in de rug dat hij nodig had. „Hoe meer het vorderde, hoe meer marathons ik had gelopen, hoe meer media-aandacht ik kreeg.”
Hij vervolgt: „Natuurlijk heb ik mijn twijfels gehad. Soms dacht ik: nu even niet, ik heb er geen zin in. En er waren momenten van vermoeidheid, waarop ik me afvroeg of ik het wel kan volhouden. Ik heb zó vaak gedacht: ik ga het niet halen. Maar door ervaring, eerdere marathons en toewijding wist ik: kom op, even door de zure appel heen bijten. Het gaat lukken. De drive om het af te maken was groter.”
Begin is volgens Abdillahi altijd moeilijk
Uit eerdere ervaringen wist hij: het begin is altijd moeilijk. „Je gaat niet altijd even gretig naar buiten. Maar zodra ik de eerste tien minuten achter de rug heb, mijn spieren een beetje warm beginnen te worden en ik er eenmaal inzit, gaat het echt vanzelf. Er waren tientallen keren dat ik dacht: shit, moet ik nou weer? Maar ik trok mezelf altijd over de streep. Gewoon gaan, weet je.”
Hij ging als het regende, als de zon brandde en als er een ijzige wind waaide. Als het licht was, maar ook als het pikkedonker was. Als hij het echt zwaar had, sleepten spreuken hem erdoorheen. „Je hebt zo’n bekende Latijnse spreuk: ‘Ken jezelf (Nosce te ipsum, red).’ Ik kende mezelf, ik wist waar ik toe in staat was. En wat me ook heel erg heeft geholpen, is de bekende hardloopquote: You will never be ready, just start. Er zal nooit een perfect moment zijn, je moet gewoon beginnen. En dat kun je ook toepassen op alle andere dingen.”
Zo min mogelijk fastfood
Om het zo goed vol te houden, volgde hij een streng dieet. „Je moet goed eten en rusten. En dat heb ik ook écht gedaan.” Het belangrijkste: „Echt zo min mogelijk fastfood. Als ik de post bezorg in het centrum, zijn er genoeg momenten waarop ik langs een fastfoodrestaurant of patatkraam kom. Dan denk ik altijd: zal ik even een frietje doen? Maar nee, dat heb ik echt minimaal gedaan.”
De twee ‘officiële’ marathons die hij liep, staan hem het meest bij: in Rotterdam en Amsterdam. En ook Londen, waar hij zelf een route uitstippelde, heeft een plekje in zijn hart. „Het is een metropool, een megagrote stad. Om daar een marathonafstand af te werken, om de weg weten te vinden, dat zal me echt altijd bijblijven.”
Veruit de meeste keren liep Abdillahi in z’n eentje. „Er is een paar keer iemand meegegaan, maar meestal was ik alleen.” Hij grijnst: „Niemand staat echt te springen om zo’n afstand met jou mee te lopen.”
Abdillahi stressvol en vermoeiend
De meeste marathons waren in de omgeving van Rotterdam. „Ik stippel altijd van tevoren de route met de fiets uit”, legt hij uit. Hij deed dat vaak nadat hij al een lange dag als postbode achter de rug had. „Het combineren met werk was het moeilijkste gedeelte. Het was een stressvol, vermoeiend jaar. Je komt na je werk thuis en dan moet je nog zo’n afstand lopen. Daar komt echt heel veel stress bij kijken. Ik heb het hele jaar onder hoogspanning gestaan.”
Het zwaarst was de tiende marathon, waarbij hij vanaf Rotterdam naar Hoek van Holland rende met een zware tegenwind uit het westen. „Dat was echt de pittigste, ik had dat onderschat. Mensen zeiden ook tegen mij: je had met de metro naar Hoek van Holland moeten gaan en het andersom moeten doen. Maar ik had daar niet bij stilgestaan.”
Succes en bereik
Leuk was dan misschien anders, maar zijn actie heeft meer opgeleverd dan Abdillahi had durven dromen. „Ik heb meer succes en bereik gekregen dan waar ik op hoopte.” Hij is dan ook apetrots op zichzelf. „Ik had mijzelf gecommitteerd om dit onderwerp onder aandacht te brengen. En dat is meer dan voldoende gelukt.”
Maar Abdilahi beseft ook: „Het is een kwestie van geluk. Tijdens mijn werk zie ik veel mensen die het minder hebben getroffen. Zo bezorg ik weleens post bij een revalidatiecentrum, waar ik mensen zie die een proces achter de rug hebben of nog moeten doen. Dan word ik eraan herinnerd: blijf bescheiden. Vorig jaar wist ik niet dat ik hier toe in staat was, maar het is toch gelukt. Dat geeft voldoening.”
Steun via social media
Hoewel beloftes om mee te lopen doorgaans niet werden waargemaakt, ervoer Abdillahi veel steun. „Mensen hebben me via sociale media het hele jaar door gesteund. Zo van: ‘Kom, het gaat je lukken. Je bent er bijna’.”
Hij gaat verder: „Bedrijven waar ik de post bezorg, vroegen of ze me konden sponsoren. Dat heb ik niet altijd geaccepteerd, want daar komen ook verplichtingen bij kijken. Maar een kleine honderd donateurs hebben wel geholpen. Het kost ook het nodige om zoveel marathons in één jaar te lopen. Ik ben die mensen daar zeer erkentelijk voor.”
Geen blessures
Hoewel de duizenden kilometers een ‘aanslag’ op zijn lichaam waren, hield Abdillahi er wonder boven wonder geen blessures aan over. „Als je zoveel kilometers loopt, dan heb je de nodige blaren, spierpijn, noem maar op. Maar geen noemenswaardige blessures. Op Strava (een hardloopapp, red.) volg je elkaars doen en laten, net als met andere social media. Dan zie ik mensen die er een paar maanden niet op zitten door een blessure. En dan weet ik: shit, dat had mij ook kunnen overkomen, maar – even afkloppen – dat is me bespaard gebleven.”
Dat kan nog komen, weet hij ook, als de rust helemaal is neergedaald. „Misschien heeft het te maken met adrenaline en jezelf pushen tot het uiterste. Als dat straks wegvalt, als ik helemaal verzadigd ben, kunnen de pijntjes misschien nog komen.”
Volgend jaar rust voor Abdillahi, maar toch een marathon
Abdillahi verheugt zich erop om het volgend rustiger aan te doen. Om gewoon eens te kunnen hardlopen, zonder een doel voor ogen. „Ik heb wel een startbewijs voor de marathon in Rotterdam. Maar ik denk dat dat de enige marathon wordt.”
Al zal hij, naar eigen zeggen, nóóit stoppen armoede op de agenda te krijgen. „Het blijft hier echt niet bij. Ik zal dit onderwerp altijd proberen om onder de aandacht te brengen.”
Dit zijn de best gelezen artikelen van dit moment: