:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F12%2Fhiveboxx-deX-KChuboY-unsplash.jpg)
Een strak Scandinavisch boompje of juist een kerstexplosie met glimmende ballen en knipperende lampjes. De feestdagen zijn hét moment waarop smaken botsen in huis. En dat zorgt opvallend vaak voor wrijving, vooral tussen vrouwen en hun partner.
Uit onderzoek van interieurspecialist LAB21 blijkt dat 23 procent van de Nederlanders vindt dat hun partner geen gevoel voor stijl heeft. Onder vrouwen is dat oordeel nog harder: één op de drie vindt de smaak van de ander maar niks. Geen wonder dus dat bijna één op de vijf zijn of haar partner liever niet loslaat op de inrichting van het huis.
Vrouwen wantrouwen partner vaker
Vooral vrouwen houden de regie stevig in handen. 29 procent van de vrouwen vertrouwt hun partner niet met interieurkeuzes, tegenover slechts 9 procent van de mannen. Dat wantrouwen vertaalt zich ook naar daden: meer dan de helft van de vrouwen geeft toe weleens interieurkeuzes te maken zonder overleg. Bij mannen blijft dat steken op 24 procent.
En dan is er nog de rigoureuze aanpak. Eén op de drie vrouwen gooit weleens spullen van hun partner weg zonder dat eerst te bespreken. Bij mannen gebeurt dat een stuk minder vaak: 13 procent doet dat.
Metro schreef eerder dat een kwart van de Nederlandse vrouwen zich schaamt voor de kledingkeuzes van haar partner.
Ruzie over stoelen en kussens
Dat verschillende smaken botsen, is geen verrassing. Volgens het onderzoek maakt een kwart van de Nederlandse stellen weleens ruzie over de inrichting. Vooral veertigers liggen daarover in de clinch: 38 procent van hen heeft geregeld discussie over het interieur. Onder jongeren is dat iets minder.
Grote ergernis? Spullen die opeens in huis verschijnen. Bijna één op de drie vrouwen zegt dat hun partner weleens een item heeft ingebracht dat zij ronduit lelijk vonden. Bij mannen geldt dat voor ongeveer één op de vijf.
Victor Weng, oprichter van LAB21, herkent het probleem: „Een kastje dat van je opa is geweest of een aandenken aan een verre reis, iedereen heeft wel iets dat hoog scoort op sentimentele waarde, maar laag op looks. In plaats van te ruziën of je jarenlang groen en geel te ergeren aan de relikwieën van je partner, is het verstandig om toch enige vorm van overeenstemming te bereiken over je interieur. Je moet er uiteindelijk toch samen in wonen.”
Praten is beter dan weggooien
Volgens Weng ligt de oplossing niet in stiekem schuiven of spullen laten verdwijnen. „Van de vloer en de meubels tot de raambekleding en alles daartussen, op het gebied van woninginrichting is de keuze inmiddels reuze. Een mooi interieur begint met goed advies, zeker als beide partners er een andere smaak op nahouden. Het laatste wat je wil is een bijeengeraapt zooitje waar uiteindelijk niemand enthousiast van wordt.”
Zijn tip: bespreek wat je mooi vindt, wat echt niet kan en waar je elkaar tegemoet kunt komen. En lukt dat niet? Dan is een neutrale blik misschien zo gek nog niet.
Dit zijn de best gelezen artikelen van dit moment: