CLW probeert bij hof alsnog doorbraak te krijgen over levenseinde

Na een afwijzing door de rechtbank, probeert Coöperatie Laatste Wil (CLW) bij het gerechtshof alsnog steun te krijgen voor het toestaan van hulp bij zelfdoding. De advocaten van de organisatie betogen maandag dat de rechtbank het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verkeerd heeft uitgelegd.

De voorstanders van zelfbeschikking rond het levenseinde zijn "ruim in de meerderheid", stellen de advocaten van CLW. Ze wijzen erop dat de huidige wet bijna anderhalve eeuw oud is en niet meer past bij de huidige samenleving. Een zelfgekozen dood noemen ze een "fundamenteel mensenrecht", dat voortkomt uit artikel 8 van het Europees verdrag. Daarin staat dat iedereen recht heeft op respect voor zijn privéleven.

CLW eist dat het hof verklaart dat "de onverkorte handhaving" van het huidige verbod op zelfdoding onrechtmatig is. Bij toewijzing zou de overheid de wet moeten wijzigen, of de manier waarop die wordt toegepast.

Mensenrechten

Tijdens de zitting kwamen meerdere mensen aan het woord die zich bij CLW hebben aangesloten. Ze vertelden onder meer over zelfdodingen in hun eigen omgeving en vroegen de rechters om een waardig einde mogelijk te maken. De advocaten stellen dat mensen die niet voor euthanasie in aanmerking komen, nu worden gedwongen te kiezen tussen "ongelukkig verder leven" of een onwaardig "en mogelijk gruwelijk levenseinde".

De landsadvocaat noemt de kwestie "complex", maar zegt dat dit niet geldt voor de juridische vragen. De mensenrechten zijn volgens haar niet in het geding. "Staten hebben de verplichting om kwetsbare personen te beschermen, ook tegen zichzelf en tegen misbruik", zei de advocaat. Ze wees ook op de euthanasiewet, die stervenshulp door artsen toestaat bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden.