De roze maand en mijn vader

De roze maand en mijn vader

Oct 8, 2025 - 15:54
 0
De roze maand en mijn vader

Oktober is de maand van het roze lintje. De maand waarin we praten over borstkanker, over vrouwenlevens, over hoop. Voor velen blijft het een campagne, een roze kleur op een poster. Voor mij is het een wond die nooit helemaal heelt. Achter dat lintje schuilt mijn familieverhaal: het verhaal van mijn zus, van mijn vader en van mijzelf.

Mijn vader was een traditionele man. Zijn wil was wet, zijn liefde stil. Aan tafel spraken we over politiek en rampen in de wereld, maar nooit over gevoelens. Wat er van binnen speelde (verliefdheden, angsten, verdriet) bleef onuitgesproken.

Toen mijn oudste zus ziek werd, veranderde alles. Ze was 38 toen ze hoorde dat ze borstkanker had. Vier jaar later stierf ze, op haar tweeënveertigste, en liet een dochtertje van vijf achter. Ze was mooi, charmant, vol leven. Een vrouw die altijd lachte en het leven wilde omarmen. Maar het leven koos anders.

In de laatste weken voor haar overlijden waren we als gezin voortdurend bij elkaar. Mijn vader zat er altijd bij, stil en in zichzelf gekeerd. Zijn verdriet liet hij niet zien, maar ik voelde het in zijn blik en in zijn manier van zwijgen.

Jaren later, toen ook bij mij borstkanker werd vastgesteld, ging ik op een maandagochtend naar mijn ouders om het te vertellen. Na de koffie en het vele eten waarmee mijn moeder altijd haar liefde toonde, onderbrak mijn vader haar plots.
“Ma, hou je mond eens,” zei hij kort.
Hij keek mij recht aan. “Op een doordeweekse dag ons bezoeken… wat heb je ons te vertellen?”

Ik vertelde hem dat ik ziek was. Dat ik borstkanker had. In zijn priemende ogen zag ik pijn en verdriet. Maar wat hij zei, was zo typisch voor hem: “Jij bent anders dan je zus. Jij redt het wel. Jij doet wat nodig is.”

Hij bedoelde het als bemoediging, maar het voelde als afscheid van mijn vrouwelijkheid. In zijn ogen was ik sterk omdat ik sportief, nuchter en praktisch was, iemand die haar borsten zou laten verwijderen zonder aarzeling. Zo ging hij met verdriet om: door het te pareren met redelijkheid.

In 2017 kondigde minister Edith Schippers aan dat een nieuwe behandeling bij erfelijke borstkanker werd opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Voor velen slechts een klein nieuwsfeit, maar voor mij kwam het keihard binnen. Achter dat besluit zag ik de gezichten van vrouwen als mijn zus en mijzelf, vrouwen met het erfelijke BRCA1-gen, vrouwen die hopen dat wetenschap hen een toekomst biedt.

In Nederland krijgt één op de zeven vrouwen ooit de diagnose borstkanker. Erfelijke aanleg speelt in zo’n vijf tot tien procent van de gevallen een rol. Jaarlijks horen ongeveer 18.000 mensen, vooral vrouwen, maar ook enkele mannen, dat zij borstkanker hebben. De medische wereld maakt stappen vooruit: de overleving na tien jaar is nu gemiddeld 81 procent. En sinds dit jaar zijn de richtlijnen opnieuw aangepast, met meer aandacht voor leefstijl, nazorg en persoonlijke screening.

Toch blijft de ziekte niet alleen iets van het lichaam. Ze nestelt zich in generaties, in families, in gesprekken die we al dan niet voeren.

Als ik in oktober weer de roze lintjes zie, denk ik niet alleen aan mijn zus. Ik denk aan mijn vader, aan dat ene gesprek aan de keukentafel. En aan de woorden die hij niet zei.

Borstkanker verandert niet alleen lichamen, het verandert gezinnen.
Laten we deze maand niet alleen stilstaan bij de ziekte, maar ook bij de mensen die er stil van worden.
Bij de vaders, moeders, dochters en zussen die op hun eigen manier proberen te zeggen: Ik ben ook bang. Maar ik ben er voor je.

 

What's Your Reaction?

like

dislike

love

funny

angry

sad

wow