UWV laat grootste deel fouten bij ziektewetuitkeringen rusten

Uitkeringsinstantie UWV lette jarenlang niet goed op bij het vaststellen van ziektewetuitkeringen. Daardoor zijn tussen 2016 en 2025 in mogelijk 52.000 dossiers fouten gemaakt, met een te hoge of juist te lage uitkering tot gevolg. In veruit de meeste gevallen wordt daar niets meer aan gedaan, mede omdat het UWV de handen al vol heeft aan het herstel van fouten met de arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA). Dat meldt demissionair minister Mariëlle Paul (Sociale Zaken) aan de Tweede Kamer.

Het UWV gaat alleen nog kijken naar uitkeringen die nog lopen, of minder dan zes maanden geleden zijn beëindigd. Dat zijn er een kleine zeshonderd. Daarvoor is gekozen omdat de meeste mensen "inmiddels weer verder zijn met hun leven", aldus Paul. "Voor hen moeten we geen onzekerheid over het verleden gaan creëren." Maar ook zorgen over de uitvoerbaarheid van nog een hersteloperatie door het UWV spelen een rol bij dat besluit.

Van de 52.000 dossiers waarin de procedure niet goed is gevolgd, is in een kwart van de gevallen toch de juiste uitkering verstrekt, concludeert het ministerie na een steekproef. Bij de helft is te veel betaald (gemiddeld 2400 euro), en bij nog eens een kwart te weinig (gemiddeld 1300 euro). Doordat de Ziektewet een kortlopende uitkering is - maximaal twee jaar - zijn de gevolgen van een verkeerde uitkering veel minder groot dan bijvoorbeeld bij de WIA, aldus de minister.

Paul wijst erop dat mensen wel altijd zelf een herzieningsverzoek kunnen doen als zij denken dat hun uitkering destijds verkeerd is vastgesteld. Dat kan ook als hun uitkering meer dan zes maanden geleden is beëindigd.