Zuid-Hollandse politiek worstelt met aanpak overlast vliegverkeer

Vrijwel alle politieke partijen in de provincie Zuid-Holland vinden dat de overlast door vliegverkeer rond Schiphol en Rotterdam The Hague Airport (RTHA) moet worden teruggedrongen. De Provinciale Staten hebben echter uiteenlopende meningen over hoe dat moet worden bereikt.

GroenLinks-PvdA, D66 en Partij voor de Dieren pleitten in een debat voor sluiting van het vliegveld in Rotterdam, terwijl onder meer VVD en BBB juist de economische belangen daarvan voor Zuid-Holland benadrukten. "Bereikbaarheid door de lucht is cruciaal voor onze economische concurrentiepositie", zei Niels Oosterom van BBB. "Maar de hinder moet minder."

De meeste partijen willen minder nachtvluchten op Schiphol en RTHA, waaraan al wordt gewerkt. Ze zien de trein als goed alternatief voor vliegen binnen Europa. "Heel veel bestemmingen vanaf RTHA zijn al prima per trein te bereiken, dat moeten we aantrekkelijker maken", zei Lars Klappe (GroenLinks-PvdA).

Milieu- en geluidsoverlast

In hun coalitieakkoord hebben GroenLinks-PvdA, BBB, VVD en CDA afgesproken de maatschappelijke en economische waarde van RTHA te laten onderzoeken. Ze willen ook weten welke alternatieven er mogelijk zijn op deze locatie, zoals woningbouw. Gedeputeerde Arne Weverling verwacht eind 2026 de resultaten hiervan.

De Staten discussieerden vrijdag niet alleen over RTHA, dat deze week bij het ministerie een nieuw luchthavenbesluit aanvroeg, maar ook over de milieu- en geluidsoverlast van het vliegverkeer van Schiphol in vooral het noordwesten van Zuid-Holland. De provincie heeft geen zeggenschap over beide vliegvelden, maar praat wel mee over beslissingen die het Rijk hierover neemt. "We gaan voor minder hinder: minder nachtvluchten en een betere balans met de leefomgeving", zei Weverling.